maandag 21 mei 2018

Een bijzondere ervaring

Na een dag thuis acclimatiseren kijk ik nog even terug, want uiteraard krijg ik van iedereen de vraag om mijn ervaring samen te vatten in een paar woorden. Dus zoek ik naar een paar kreten, maar zonder succes.
Het was voor mij ‘een bijzondere ervaring’.

Ik kom tot die term omdat mijn gevoelens over mijn belevenissen een breed spectrum met positieve en minder positieve beelden bevatten.
Of anders: ik had het niet willen missen en ik ga het niet nog een keer (zo) doen.

Een erg mooi onderdeel vond ik het vastleggen van mijn reis in dit blog en vooral de vele reacties van mijn ‘fans’. Zo solistisch bezig en toch zo verbonden met mijn dierbaren.
Een ander mooi aspect is het volledig ‘self-supporting’ zijn: elke dag alles invullen naar believen en binnen de beschikbare mogelijkheden: route, weer, eten, onderdak, afstand, tempo, pauzes etc. Je beslist zelf zonder enige afstemming en alle consequenties (+ en -) zijn ook voor jou. Voor elke hindernis mag je je eigen oplossing bedenken. Mooi als dat ook lukt.
De tegenhanger daarvan is dat je geen enkele ervaring of afweging deelt met een ander, je gaat in een klein (eigen) kringetje denken (en soms zelfs praten). Alle verhalen en beelden (foto’s) ten spijt, je bent de enige die het heeft beleefd.
Ik merkte ook bij de reacties van anderen op mijn tocht hoezeer het eigen denkraam van mensen bepalend is voor de manier waarop ze tegen anderen aankijken. De meestal Franse senioren met een camper konden me zichtbaar niet goed plaatsen: een zo te zien ‘nette man’, die zich op een ‘primitieve’  wijze door Frankrijk begeeft. En alle fietsers die ik tegenkwam, onderweg of gewoon bij een supermarkt, groetten me vrolijk, soms zichtbaar bewonderend in een klim of begonnen een praatje over mijn uitrusting. En dan vormde mijn gebrekkige beheersing van de Franse taal vrijwel geen beperkende factor.
Naarmate de reis vorderde werd het doel belangrijker dan de reis. In de eerst dagen had ik wel een vaag plan, maar keek ik wel hoe het liep (meestal zoals verwacht), maar in de 2e week werden afstand en tempo belangrijker. Dat hangt vast mede samen met het weer, maar ook met het solistische. Alleen op een terrasje ben je zo uitgepraat, dus fiets je gewoon weer door. En hoe verder je fietst, hoe eerder je weer naar huis kunt.
Dus heb ik ook beleefd/gevoeld hoe belangrijk die verbondenheid met mijn ‘achterban’ voor me is. Dat wist ik natuurlijk wel (rationeel), maar een paar weken alleen op pad zorgt er wel voor dat je het ook echt voelt. Geen heimwee, maar je echt realiseren dat je niet ‘alleen op de wereld’ bent.
Daarom een bijzondere ervaring.

De cijfers:
Totaal in 14 dagen 1.598km afgelegd in een gemiddelde snelheid van 18,3 km/uur.
In totaal 13.286 hoogtemeters, dat waren er 949 per dag.
De 17 overnachtingen kostten €360,—. Daarvan € 260 voor de hotels (€65/nacht) en €100 voor de campings (€7,70/nacht).

PS: ik probeer nog een aantal foto’s in het blog te verwerken, maar op de iPhone gaat dat noet goed.

zondag 20 mei 2018

A la maison

En dan weer op weg naar huis. Helaas pas zaterdag laat, anderzijds heb ik nu alle tijd om alles op te ruimen, droog in te pakken en de fiets ‘compact’ te maken. 
Vertrek 23.45, stop in Paris van 8-10 en om 17 uur in Utrecht. Sneller dan de trein met 24 uur. 

En kan ik een beetje ‘tot rust’ komen. Dat klinkt gek, alsof je in 2 weken alleen op de fiets niet tot rust komt. Ja en nee. Je hebt weinig anders aan je hoofd dan de reis, maar omdat je elke dag moet improviseren en je instellen op de omgeving, was ik toch steeds geconcentreerd. 

Hoe voel ik me nu? Een mix van:
- trots, dat ik het gedaan heb.
- tevreden, dai ik het durfde en kon. 
- opgelucht dat het goed ging en klaar is.
- teleurgesteld (beetje) dat het avontuur voorbij is. 

Het doel is gehaald zonder 1 serieus probleem (tot nu toe). Sneller dan ik vooraf had verwacht, ondanks een route die pittiger is dan ik had verwacht. 
Gemeten naar hoogtemeters had ik gerekend met ca. 8.000 terwijl het er 13.000 waren. Ter vergelijking: vorig jaar over de Pyreneeën had ik er in 13 dagen fietsen (zonder bagage) 17.000 onder de wielen. 

Anderzijds vond ik de route minder fraai dan verwacht. Gewoon mooi, maar van Zuid-Limburg tot de Provence lijkt het heel veel op elkaar. Groene heuvels met akkers, bossen en riviertjes. Persoonlijk vind ik ‘echte bergen’ mooier en echt niet alleen om te fietsen. Maar om nu met bagage de 100-cols tocht te gaan fietsen is voor mij niet eens een optie. 

Het is niet mijn eerste trektocht, maar wel de eerste alleen. Vooral het samen beleven heeft voor mij meerwaarde. 
Twee weken kamperen en potje koken is prima, beter dan hotels, met veel meer ‘eigenheid’. Waarbij ik iets meer hoogte in de tent dan de 75cm nu wel prettig zou vinden. Een opa in zo’n tentje, hoe vind je zoiets?

Zaterdag de eerste dag ‘camping-life’. Met alle kans om te genieten, me te ergeren en me te verbazen. 
Een buurvrouw die vanaf gisteravond tot nu in de camper films of series zit te kijken. Haar man mag af en toe even naar buiten. 
Een jong (25-30) fietsersstel naast me, die gisteravond om 7 aan de rosé zaten, om 2 uur vannacht allesbehalve stil de camping op kwamen en om 11 uur uit bed rolden en direct de volgende fles rosé ophaalden. En zij heeft nu al een perfecte attitude om een oude bitch te worden en lacht als Ernie. M.a.w.  waar begint hij aan?

Tijdens mijn sleutelen aan de fiets komen de mannen informeren wat ik aan het doen ben. Zo Kun je makkelijk steeksleutel 15 voor de pedalen regelen (in het Duits is ‘Werkzeug’ de term voor sleutels). 

Ondertussen beginnen de Fransen de BBQ van de camping op te stoken, het kan nog gezellig worden vanavond.
Gelukkig trekken de buien die vandaag over heel Zuid-Frankrijk trekken net Oostelijk van Avignon. Gelukkig maar, want ik heb geen dak meer. Dus snel mijn laatste maaltje brouwen, dan kan het kookspul in de BOB en kan die droog afgeleverd. 

Daarna een biertje met een stel uit Hellevoetsluis dat hier een rondje fietst.  
En dan met boek en voetbal op TV wachten tot 22:00 en toen op m’n gemak de brug over. 
Met wachten is het als met klimmen van een hele lange col. Meter voor meter, kilometer voor kilometer komt de top dichterbij. Maar op een picknickbank krijg je na 3 uur wel een houten kont. 

Stations zijn vaak niet de mooiste locaties om te wachten. Het busstation voor de FlixBus ligt aan een park aan de Rhône, maar is op zichzelf niets: 5 meter grint en betonblokken. Ik houd meer van groen, dus demonteer de wielen en stuur en verander de fiets in een compact pakketje op het gras. 

Wanneer ik aan de overkant ga kijken kom ik aan de praat met een spontane Franse meid van 18, die via Parijs op weg is naar Oxford. Voor een opleiding die met film heeft te maken. Haar Engels is nog 0, maar ze vraagt me om Engelse woordjes (basis): tellen en lichaamsdelen. En zo zingen we samen ‘hoofd, schouders, knie en teen’ in het Frans en Engels. Tot zij vertrekt, met de concurrent. 
Vervolgens met een aantal Marokkanen, die Nederland mooi vinden, Giethoorn is hun favoriet. 
Vervolgens komt er een consultant die voor het eerst de bus neemt voor een meeting in Parijs. Morgen, zondag!? Yes, dat is normaal bij de company. Hij is kwaad op de vakbonden bij Air France en het spoor. Frankrijk moet veranderen. Jongelui, zoals zijn kinderen, willen er niet blijven, ze werken in Canada en in UK. 

Mijn fiets gaat onderin, had ook makkelijk compleet gekund, ruimte genoeg. Positief is dan weer dat ik de €9 voor de fiets niet hoef te betalen. 
Met 2 korte stops verloopt de reis vlot, zij het dat ik vanmorgen ontdek dat mijn achterbuurman, die bij de 1e stop naar buiten ging, niet weer terug is gekomen. Hij vroeg mij bij vertrek nog iets over ‘blowen’, maar dat is niet mijn expertise. Alleen zijn handbagage en lader liggen er nog. Als ik dat bij de 2e chauffeur meldt reageert die laconiek. Jammer dan. 
Ik slaap een uur of 5 redelijk op 2 stoelen. 
In Parijs 1,5 uur wachten in een parkeerkelder. Maar verder soepel en snel inchecken (daar kan Schiphol nog wat van leren) en laden. 
Alleen de horecavoorzieningen zijn heel summier: automatenkoffie. 


Nog een paar uur geduld . . .

vrijdag 18 mei 2018

La Mer, le Velo et l’homme

Ik kreeg van mijn zus Loes het advies om er vandaag volop van te genieten. Dat is voor mij best een lastige, ik ben meer van ‘het doel halen’. Vandaag heb ik het goed geprobeerd en dat paste bij de omstandigheden: mooi weer, wind in de rug en een totale afstand van ruim 160km. 

De dag begon slecht; dat hoort zeker bij een stadscamping vrees ik. Er bivakkeerde een NL groep van ca. 16 jarigen en de bus vertrok vanmorgen om 6:00 uur. Dus vanaf 5 uur opbreekgeluiden. En denk niet dat ze er vroeg in lagen, tot 2 uur joligheid. Daar tussendoor verkeerslawaai. Al met al voelde ik me niet uitgerust. 

Genieten, dus geen wekker. 
Genieten, dus lekker de tijd voor ontbijt. 
Genieten, dus rustig beginnen. 
Daar begon het al, de halve stad is opgebroken, O.a. voor een nieuwe bovengrondse Noord-Zuidlijn, die precies het traject van de Groene route volgt. Dat zorgt voor wild-west op deswege en de stoepen. Als NL provinciaal moet ik me er even op instellen, maar gelukkig zie ik een Franse student voor over de stoepen slalommen, er achteraan. En waar hij afslaat door het hek van de school begint een ‘normale’ weg. 

Ik beland in een tuinbouwgebied, maar veel kleinschaliger - lijkt me dan bij ons. Ook veel ambachtelijker lijkt me, tot ik opschrik van een helicopter. Die stijgt op voor het volgende bedrijf, er onder hangt een sproei-installatie. En zo maakt ie rondjes over de kassen, waar de daken open staan en rij voor rij wordt gepakt. Waarmee?

Verderop staan de akkers onder water. Verdacht vlak ook, het kijken wel sawa’s. Zou het rijst zijn of riet? Een boer rijdt er door met een trekker met smalle stalen wielen, grote nu ja-sterren. Dan moet de ondergrond wel heel stevig zijn. 
Later zie ik borden met ‘Riz de Camague’. Dus rijst. 

In het kader van genieten werkt het weerbericht ook mee. De dag begint met een Noordenwind en rond 4 uur draait de wind naar het Zuiden. Als ik om 9 uur vertrek, 4 uur onderweg, 2 uur rondkijken en lunchen en dan rond 3 uur maar zien of de wind zich er aan houdt. De heenreis lukt dat, en als ik de laatste happen verorber voel ik opeens decwind om de hoek komen. Gedraaid? Ja, en met een gangetje van 30 terug, langs de ‘grote’ weg met fietsstrook, want op de kleine wegen van de route is het doorlopend slalommen om de gaten en hobbels. 

Ik dacht dat de kleine wegen het beste - en mooiste - beeld zouden geven van de Camargue. Eerlijk gezegd kan mij alleen de laatste 10km bekoren, natuurlijk en veel flamingo’s. Schitterende kleuren als ze komen aanvliegen. Daarvoor veel armetierige land- en tuinbouw en wat paarden. Ik had er meer van verwacht. 

Ik gad wel gehoord van de gypsies in St. Marie de la Mer. Maar geen idee wat ik me daarbij moest voorstellen. Het kift aan zee, maar geeft volgens mij verder niet zo veel te bieden. Toch lopen er hordes mensen rond. Volendams zonder klederdracht. Waarvan heel veel met een wit busje + caravan of met een oude houten huifkar. Dus zigeuner of toerist, ik heb het snel gezien.

Mooier vind ik het centrum van Arles waar ik doorheen kom. Best leuk om een paar uur doorheen te dwalen. Alleen nu niet, snel naar de camping voor een koel biertje. Maar de verkeerscirculatie in de avondspits werkt niet echt mee, maar ik weet nu en beetje hoe je hier je weg vindt. 


De cijfers:
Dag: 165km en 200hm
Totaal: 1.600 en 13.250hm

Ik rond af om 22:20 buiten in de korte broek. 





donderdag 17 mei 2018

Sur le pont d’Avignon

Ik begin de blog met een biertje op het plein voor het ‘Palais des Papes’. En saxofonist speelt lekker jazzy, heerlijk soezen.
Onderweg van de camping naar de stad (koor d) kwam ik langs de busstop van FlixBus. Check. Want vanmorgen heb ik de terugreis op zaterdagavond geboekt. Dan kan ook de fiets mee, mits deels gedemonteerd. Hoewel dat zo op de site stond, wist de jongeman die me woord stond niet dat dat kon. Heeft hij ook weer wat geleerd (bekeken door de roze bril).

Zaterdag is dus inpakdag, de BOB en de kampeerspullen droog inpakken en inleveren op de camping en de fiets terugbrengen tot max 240cm (l+B+H). Ik denk dat me dat lukt, als ik maar zorg dat ik de laatste fase (wielen er uit) bijdehand bus doe, want ik moet de brug op en af met fiets + 2 tassen + stuurtas.
Vandaag een dalende etappe, die begon met 6 km 5% klimmen. Elk nadeel heb ze voordeel. Ik heb bedacht dat ik voor het inpakken van de fiets touw nodig heb. In de klim zie opeens een paar meter dun touw liggen. Bingo!
Dat vind ik nou leuk: problemsolving.
Nu nog een stuk buis-isolatie, maar ik vrees dat dat hier moeilijker is.

Ondertussen is het perfect weer voor het drogen van de was, deels nog de natte kleren van eergisteren. Maar niet warm en nog steeds bewolking, zeker op afstand boven de hogere delen. Ik weet dat ik vandaag de Mont Ventoux passeer, maar meer dan 1x een glimp zit er niet on. En met een stevige koude noordenwind zal het boven niet aangenaam zijn, sinds 1-9-12 weet ik (en Hans & Henk) hoe houd en guur het daar kan zijn.

Ik had gedacht dat ik gisteravond mijn Franse buurman nog wel zou spreken. Maar tegen de tijd dat ik alles op orde had en een lekker maaltje had verorberd lag ie er al in. Het leek me ook - in meerdere opzichten - een vreemde Snarf. Dus prima.
Toen ik om 7:15 wakker werd was hij al verdwenen, zeker een ochtendmens.

Nadat ik om 9 uur weer klaar ben voor de etappe naar Avignon, bel ik eerst met Flix. Die sturen op digitaal boeken met een app (heb ik). Daarin Kun je ook kiezen voor de opties ‘fiets’. Maar dan is er geen aanbod. Dan hebben ze nog de optie ‘bijzondere reisbagage’ en die kun je 48 uur voor vertrek boeken. Vreemd: wie boekt er zonder te weten of zijn cello mee kan? Voor vrijdag zat de koffer vol, maar voor zaterdag kom het. Moest ik eerst boeken, met het boekingsnummer kon ik opnieuw bellen. Om nu te zeggen ‘goede service’ gaat me te ver. Maar zo kom ik er.

De BOB kan worden opgehaald door Soetens op camping Bagatelle, als je daar ook min. 1 nacht staat. Laat nu de bushalte van Flix recht tegenover de camping liggen. Alleen nog een brug over (naast de ‘pont d’Avignon’).

Voordat ik daar ben heb een afwisselende rit. Na de 1e klim is het licht dalend, met een rugwind. Dat schiet lekker op. Tot Orange mooi qua landschap en dorpjes. Daarna een enkel pareltje tussen veel bedrijvigheid, waterwegen en tuinbouw. Rond de steden ligt niet mijn favoriete vakantiegebied.
Dat geldt ook voor de camping, vlak bij de stad, als overnachtingsplek O.K.

De Middellandse Zee ligt nog een kleine 80km verder. Na Arles (40K) nog 40 km. Maar een verhuizing naar Arles betekent extra op- en afbreken en ook een rit van 120km. Dan maar in 1 dag heen en weer, zaterdag en zondag kan ik uitrusten.

Onderweg bedacht ik me: hoe gaat het eigenlijk met de ‘nieuwe’ fiets? Ik rijd er mee of ik nooit een andere heb gehad. Nu zijn de contactpunten, stuur en zadel, dezelfde. Maar overall rijdt de fiets - tot nu toe - probleemloos. En dat geldt voor alle materialen, zij het dat ik me afvraag hoe de tent zich in een bui houdt. Gisteren was het voor het eerst winderig, dus de tarp direct opgezet: super om beschut te zitten en te koken.

Nadat ik mijn biertje is op had maak ik een rondje doorvoeren stad, echt iets voor Harmein. Een stad met grandeur. En sla ik eten en drinken in voor het diner. Dessert zijn de kersen die ik onderweg bij een stalletje heb gescoord. In NL net uit de bloei en hier al in het schap.
Dan was afhalen, koffie en kezen. En op tijd onder zeil, want morgen wacht de finale, de rit naar de Middellandse Zee.

De cijfers
Dag: 97 km en 650 hm
Totaal: 1.435km en 13.040

Morgen de 1.600 volmaken?

woensdag 16 mei 2018

Rit naar de zon

Er loopt een klimaatscheiding door Frankrijk, daaronder hebben ze het Middellandse Zee-klimaat. Die grens kruis ik vandaag bij Crest. 
Vooraf is het nog de vraag of dat vandaag ook ga ervaren?

Ik ben on mijn nopjes met de safaritent, want het heeft gisteravond stevig geregend. Mijn natte spullen zijn niet droog geworden, maar verder is het gemak en droog. 
Ik vertrek met de wind in de rug en vals plat naar beneden. Dat gaat gesmeerd, maar altijd als het ‘te mooi is om waar te kunnen zijn’ is het dat ook. Na 10 kan het jasje uit, klimmen. En zo gaat dat bijna de hele dag door. 
Eerst nog een mooi stuk Ardennen, langs een Champ de Tir, waar ze vlak naast de weg met zwaar geschut schieten. Opschieten denk ik, want het leger en veiligheid. . . 
Op de borden staat ‘Danger de Mort’. Ik vind het dreigen met de dood veel meer indruk maken dan ons ‘levensgevaarlijk’. 

Koffie in Hauterives, prima bakker, waar ik ook even kijk bij het ‘Palais Ideal’ van een postbode. Die heeft in 33 jaar een enorm bouwwerk gemaakt van spullen die hij langs de weg vond. Nu een monument. Helaas deze maand groot onderhoud, dus blijft het bij een blik en foto over de schutting (staande op de fiets). 

De Isere kruis ik bij een dubbelstad, Romans en Bourg. Even zoeken, want ze hebben een paar tunnels onder het spoor door afgesloten. 

En dan begint ‘la douce France’. Het beeld zoals we ons dat vaak voorstellen. Vaak te romantisch, maar ik heb vandaag ook de roze bril op. 
Begon de dag nog dampig en grijs, naar het ZW toe wordt het lichter en lichter, zelfs zie ik blauw. En zo fiets zomaar door een parkachtige omgeving, zonnetje, wind in de rug. 

Zo’n fietstocht lijkt wel een metafoor voor het leven, de vraag is dan hoe je daar mee om gaat. Om kunt gaan. 
‘Always look on the beight side of life’ kan en wil ik ook niet, maar een tegenvaller wordt vaak gevolgd door mooie dingen. Als je maar ‘in beweging’ blijft. 

Ook de huizen en de dorpje zijn hier mooi, veelal niet groot en luxe qua uiterlijk, maar erg sfeervol. 
Crest leek ver, maar ligt zo voor me. Wanneer ik nog 1 camping verder pak, verdeel ik de afstand goed. Morgen weer zo’n dag. Dat betekent dat ik eerst boodschappen doe, vanavond een rijstschotel. Nog een klim, maar die valt met 10K tegen. In Sauo zijn 2 campings, maar ik keur ze af: 1 ziet er niet uit en ligt aan het eind van een 20% weggetje. De ander ligt onder in de kloof, recht onder een rotswand. De volgende dan maar, over 10km. Maar die zie ik niet, of die ligt ook onderin de kloof. Weer verder langs de route, nog een keer 10 km. 
Even zoeken en ja, er staat nog een fietskampeerder. Goed genoeg en hoog tijd ook, ik heb honger. 

De cijfers: 
Dag: 145 km en 1,508hm
Totaal: 1.335 km en 12.390hm


dinsdag 15 mei 2018

Na regen komt zonneschijn, toch?

Na regen komt zonneschijn zegt het spreekwoord. Op reis heb je er niet veel aan, want de timing is onduidelijk. Dus verlaat ik me op de buienradar, die bevestigt wat ik vannacht hoorde: aanhoudend regen. En die geeft ook aan dat het tussen 8 en 9 droog wordt. Later nog een kans dat een buitje me inhaalt, maar ook kans op zon. 

Als ik om 9 uur met mijn tassen naar de garage loop hebben de auto’s nog steeds de ruitenwissers aan, iets vertraging?
Een kniesoor die daar op let, dus ik vertrek in - weer - drizzle. Door een plat, bijna Nederlands landschap. En regen kennen wij ook. De akkerbouwers hebben hier giga zelfrijdende beregeninginstallaties van wel 150m lang, zo te zien computer- en gps- gestuurd. Hi-tech, maar het lijkt me vandaag zonde van het geld. 

Na 35km houdt het op met zachtjes regenen. Ik kijk op de radar en concludeer dat ik beter even kan schuilen, maar waar in dit grote akkerbouwland? Gelukkig vind ik 1 km verder een benzinestation met drankautomaat. En een warme heater. 
Daar wacht ik 5 kwartier met 3 x warme chocomelk totdat de bui over is getrokken, het beeld buiten correspondeert echter niet met de radar, wiens fout is dat eigenlijk?

Zo’n verblijf is op zich wel boeiend. Het winkeltje met wat automaterialen wordt gerund door man + vrouw van ca. 50. Hij een ‘bezig’ type die af en aan loopt en regelt. Voor haar kan ik geen kwalificatie bedenken, ze staat er gewoon (mooi te wezen?). Met een grote tatoeage in het decolleté. Bah!  
En mijn pogingen tot enig contact worden niet beantwoord. Dat zie ik ook bij de klanten die - 1 per 5 minuten - komen tanken, geeft ze een afstandelijke begroeting. En tussendoor zuchten, tsjonge. Ik moest denken aan Brigitte Kaandorp’s ‘ik heb een heel zwaar leven’. 
De manier waarop hij en zij communiceren doet niet vermoeden dat er sprake is van een ‘gezellige liefdesrelatie’.  

Nadat de bui - volgens de radar - voorbij is stap ik maar weer op, de vraag is alleen: hoe ver? 
Over 5 km is er een hotel, dus ik heb een escape als het blijft regenen. En dat doet het, maar dat zorgt bij mij voor een soort verbetenheid. Tenzij ik het te koud krijg fiets ik door, ik ben niet voor niets al nat, natter kan niet. Gelukkig heb ik een goede regenjas, waterdicht (echt) en ademend (check). En met de capuchon onder de helm loop er geen water langs de nek naar binnen. 
Gelukkig wordt het weer heuvelachtiger, ik krijg het weer warm, ook al ligt de temperatuur steeds rond 10C. Maar met dit weer is  het niet vreemd dat ik al 2 dagen geen andere fietsers heb gezien. 

Na de saaie 1e 50K wordt het weer mooi. De natuur is hier duidelijk verder, ik zie al rode kersen!
Op de kaart zag ik dat ik in een merengebied kom, dus laag dacht ik. De werkelijkheid is anders, de meren liggen boven op 500m en de laatste 50 km gaan stevig (steil) op en af. De 900 hm zijn behaald in 40km, dan kunnen ervaren fietsers nagaan hoezeer het klimmen was. Maar ik heb nog steeds de goede benen, ‘pas de problem’. 

Ik heb gezien dat de camping in Faremans diverse huuraccommodaties heeft, dus ik vraag of hij een alternatief heeft voor mijn tentje (want de zin heb ik nog niet gezien). Hij biedt een 6-persoons safaritent aan voor € 16,—. Voordat hij zich bedenkt hap ik toe. En als ik terug kom uit de lekker warme douche regent het weer eens. 
Eten kan 200m verder: een heerlijke pizza, een paar biertjes, ijs en koffie toe voor €20,—. Dat is een beetje compensatie voor een pittig dagje. Maar nu kan ik het doel in 4 dagen halen, mits . . . . 
De voorspellingen zijn gematigd positief. 

De cijfers:
Dag: 101 km en 903. 

Totaal: 1.190km en 10.885 hm. 

maandag 14 mei 2018

Geluksdag

Geluksdag. 
De vraag was gisteren: hoe kom ik in Avignon? Het weer is nog een paar dagen onbestendig. Dus is mijn plan om 2 dagen een halve etappe in de regen te doen en dan een hotel te boeken. 
Dan ben ik er komend weekend. 

Ondanks een luierdag ben ik om 23 uur al slaperig en sluit ik Wordfeud met Harmien af. Om 4 uur hoor ik het buiten plenzen: nog geen fietsweer. 
Om 7:30 is de regen afgezakt tot een drizzle, acceptabel. Klokslag 8 ben ik klaar voor het petit-dejeuner, maar madame nog niet. Het valt blijkbaar niet meer om de cakes er weer appetijtelijk uit te laten zien. En dat teuten doet ze met alles, terwijl ik haast voel. Want de Meteo meldt voor de namiddag meer regen. 

Ik begin met een lange klim, dan heb je niet zoveel last van Pluvius. Een praktisch probleem heb ik opgelost. Door de grotere wielen van mijn nieuwe fiets paste het achterspatbord niet meer, daarom bind ik nu mijn badslippers achter elkaar op de bagagedrager.  Het blijkt 100% effectief

De klimmen vandaag zijn meestal lang en niet te stijl, zgn. lopers. Dat geldt ook voor de eerste en de langste. Eenmaal boven ben ik in een prachtig landschap. Ik doe dan mijn regenjas maar aan, want bij 7C is een extra laagje nooit weg. In de afdaling rustig aan op de natte weg, anders is het te koud. 

Fietsen in de drizzle, als je ook moet navigeren, valt niet mee. Mijn fietsbril heeft een leesgedeelte en donkere glazen, bij donker weer geen goede combi.  Dan maar mijn gewone bril, maar door de druppels zie ik vrijwel niets. Dus geen bril en dat betekent geregeld stoppen. 
Ik navigeer vooral op mijn iPhone in een stuurhouder en dat werkt super, maar in de regen ben ik bang voor waterschade. En ik kan de smartphone deze trip net zo min missen als mijn fiets. Al met al is het navigeren de eerste 20km behelpen en kost het me extra tijd. 

Maar de lucht wordt lichter en droger, de weg wordt droog en in de afdeling loopt ook de thermometer op naar dubbele cijfers. 
Mooi, want dit blijkt tot nu toe de mooiste etappe. Na een parkachtige hoogvlakte rond een cirque volgt het stuk door de Gorges de l’Ain. Ik fiets met de rivier beneden en steile rotswanden links en rechts.  Dit is echt ‘fietsen in de bergen’. 

Onderweg kom ik langs St. Christophe, waar we ooit (1989) kampeerden met Johan en Marianne (+ Jelte en Sanne) op een camping a la ferme. Ik ga maar niet kijken, ik weet nog dat ik toen de weg naar de camping (23%) al bijna niet opkwam. We stonden toen naast Duitsers uit West-Berlijn, die ons bij een BBQ vertelden hoezeer het in Oost-Duitsland aan het schuiven was. Een paar maanden later was er ‘Die Wende’. 
En ik denk terug aan de ervaring met ‘s nachts doorrijden. We kwamen om 9 uur aan en Harmien en ik waren kapot, we wilden alleen maar slapen. En Rico en Martine en JoMaJeSa wilden (met ons) spelen. Foutje!

Rond 12 uur wil ik koffie en brood scoren in Pont-de-Potte. Brood in een mini-supermarkt en dan zie ik een mooi geveltje van een crêperie, waar ze koffie en thee schenken. Een ‘schattig’ zaakje met een hele aardige mevrouw die probeert haar 30 jaar geleden geleerde Duits in praktijk te brengen. Samen met mijn 45 jaar oude Frans kunnen we best aardig communiceren. Een crêpe met jam kost ca. 2,50 en de eerste bevalt zo goed dat ik een 2e neem.  Totale schade €5,70. 
In het ‘winkeltje’ verkoopt ze alleen regionale producten, mooi maar als bedrijfseconomisch geschoolde bankier maak ik me zorgen over het rendement bij deze prijzen. 

De etappe loopt steeds vlotter, mede omdat de rustdag me goed heeft gedaan. Dus mijn geplande halve etappe breid ik uit, het wordt een hele.  
Ik mik dan op een hotel in Pont d’Ain, omdat daar horeca bij zit. Ondertussen rijd ik er een aantal voorbij die me niet echt bekoren. Een goede keus, hotel goed en niet te duur, goede stalling, drogen van natte kleren en aanpalend een goed restaurant. Ik ben iets te vroeg, maar dat biedt gelegenheid voor kennismaking met de chef en zijn dochtertje van 5 (een soort Evi). Leuk informeel, heerlijk eten en een redelijke prijs. 
Niet verwacht, maar een topdag. 

De cijfers:
Dag: 120 km en 1.450hm

Totaal: 1.090 km en 9.980 hm. 

zondag 13 mei 2018

Een dag niet gefietst is . . . .

Ik wilde in de blog van gisteren een paar dingen aanpassen, maar ik kan het begin en einde van de tekst op mijn scherm niet meer bereiken. 

Ik was al ruim voor de wekker wakker. Die wekker moest wel, want ontbijt op zondag is tussen 8-9. 
En ook dit is weer een bijzondere ervaring. In de voorzaal (voor de bar), wat volgens mij een soort chauffeurscafe is/was, staat een tafel vol met vele soorten (Franse) kazen en een verzameling cakes. Cakes met vulling, van zoet tot hartig. Maar geen brood. Ik moet toch wat eten en dat zie ik ook de Fransen denken, dus voorzichtig wordt er geproefd. 

Gelukkig komt madame en annonceert dat er meer volgt: yoghurt, brood, sap en koffie/thee. 
Ze loopt de benen uit haar gat, brengt chocola bij de mevrouw die thee wilde etc. Je ziet haar doorlopend denken ‘hoe kan ik het rangschikken in mijn schedel’?

Naar buiten kijkend zie ik dat dit een uitgelezen dag is voor een boek. Languit op bed, want ‘de Tour win je in bed’ (Joop Z.). En met 9C mag de kachel bijna aan. Ter bevordering van het droogproces van mijn natte spullen draai ik de radiatorknop van de vorststand af, en ik hoor en voel het systeem lopen. Top, want de sokken waren nog drijfnat. 

Om de dag door te komen heb ik het blog, spullen drogen en ordenen, plan voor komende dagen uitwerken (valt er wat te plannen?), e-boek en de bergetappe in de Giro. En ik maak de fietsketting nog even schoon en breng nieuwe smering aan (fiets staat veilig in de keuken). 
De kleding voor morgen ligt klaar: o.a. overschoenen, lange handschoenen, regenjas, buff en reflectievest. Want droog en warm zal het niet zijn, alleen de eerste klim 6% 4.300m zal me wel helpen om wakker te worden. 

‘Mijn ziel in lijdzaamheid bezitten’ is niet mijn grootste kracht, ik ben meer van plannen en regelen. Zo ontdek en verleg ik andere grenzen dan gehoopt. Het voelt net als een dag ziek zijn. 
Een stukje per trein zou een optie kunnen zijn, maar de combinatie van fiets, tassen en een aanhanger is praktisch lastig en mogelijk niet toegestaan. En op TV wordt verslag gedaan van weer 2 dagen complete staking in het OV. 
De aanhanger wordt alleen in Avignon opgehaald, dus daar moet ik ‘m naar toe fietsen. 

Wanneer het tegen 13 uur even droog is ga ik op zoek naar de supermarkt (fermee) en een eethuisje. In een lekker warme en drukke cave eet ik een heerlijke omelet met ‘une demi vin-blanc’. Daarna lekker rozig door de regen terug naar de kamer met de Giro. Het is te doen. En ik zie dat het weer in NL niets beter is, niet dat ik er iets mee kan. 

Grappig als je alleen bent zie je meer om je heen. Naast me in de cave zit een gezin (v+m en 2 zonen van in de 20). De een een stevige stoere vent, de ander het intellectuele deel van het gezin met een baardje en knotje. De laatste houdt hele ‘interessante’ verhandelingen, waarbij de rest van de familie wazig voor zich uit kijkt. Gezellig als je samen bent. Soms. 

Vanavond is mijn restaurant gesloten, dus dat wordt een mueslireep en pinda’s. 
Maar een tijdje bellen met Harmien geeft ook weer - mentale - energie. 
Vanavond probeer ik op mijn iPhone de NL televisie te vinden. 


Vandaag geen cijfers. 

zaterdag 12 mei 2018

Donnerwetter!

Vandaag de eerste bui gehad, een echte. 15 km voor mijn doel, Poligny, hoorde ik ds eerste donder in de verte toen ik een NL paar sprak die naar Nederland reden. Dus maar snel door, nadat ik de hele dag rustig aan had gedaan.
Afgezien van een paar spatjes bleef het droog tot 3 km voor de finish. Kijkend naar de lucht leek schuilen niet veel te helpen (achteraf gezien wel) dus maar door. Tijdens die 3 km vals plat ging de hemel open. Ik reed door sloten van 10cm water. Maar op het industrieterrein was geen schuilplaats, dus zsm naar het Centrum. Maar waar is dat? Er was 100m zicht door de regen, op de kaart stond onvoldoende details en mijn iPhone hield ik liever droog. En volgens de beschrijving zou ik er na 108 km moeten zijn, stand 109. Dus het eerste het beste (?) hotel maar binnen gegaan. En na een warme douche en droge kleren voelt het weer beter. Omdat het weer droog was naar het echte centrum gewandeld, 2 km verder. Het aanbevolen hotel lijkt beter??

Vandaag had ik wel een dipje, misschien wel door de saaie camping. Die paar Franse senioren met een camper lijken mij maar een vreemde snuiter te vinden. Ze zijn amper ouder, maar er is zeker sprake van een bewegingskloof. 
Ik kijk al uit naar de terugreis. Het fietsen is leuk en boeiend, maar alleen op pad is niet echt mijn ding geloof ik. Maar na vandaag zit ik op bijna 1.000 km van de 1.500. Nog 6 fietsdagen. Morgen ‘verplichte’ rustdag, want de weergoden hebben een lagedrukgebied boven deze regio voorzien. Hopelijk is dat maandag een beetje opgevuld, tenslotte was de bui van vanmiddag ook later gepland. De voorspellingen zijn - voor heel ZO-Frankrijk niet hoopgevend. Als de berichten uitkomen weet ik niet waar al dat water heen moet. 

Het fietsende gezin dat gisteravond nog de camping opkwam heeft ook een BOB en de mevrouw kwam vanmorgen even checken hoe ik de pootjes er aan had gemaakt, zodat het een tafeltje is als je m omkeert. Dat idee spreekt iedereen met een BOB aan. 
Het paar uit Steenbergen dat ik onderweg ontmoette (2x Santos + Rohloff met beltdrive) fietsten heel wat af, maar kenden Soetens nog niet. Daar konden ze wel wat mee. Ze vertelden me dat het zuidelijke deel erg mooi was, maar ook pittig klimmen. Maar of ze al weten wat ze nog voor de boeg hebben? Ze gingen naar Heerlen, dus vermoedijk de variant die om de Ardennen loopt. 
De route heeft weer een aantal ‘stukjes Limburg’. De hoogte van de route schommelt tussen 240 en 400 meter boven NAP. 

Zo’n gesloten sanitair geeft praktische problemen. Ik zie de vrouwelijke tentkampeerders alle hoekjes van het terrein opzoeken, en iedereen zit met het opladen van zijn apparatuur. Toch niet gek om 2 accupacks bij me te hebben. Ik neem maar geen koffie, toch moet ik na 10km een eigen variant van de Dumoulin-act uitvoeren. En net als bij het fietsen kom ik niet aan zijn tijd. 

Ik merk dat ik zuidelijker kom, koolzaad is uitgebloeid, de fruitbomen zijn verder, de mais staat hoger  en er komt wijnbouw in beeld. Qua dorpjes is het beeld wisselend, een enkel pareltje. Maar overheersend is het beeld dat van een verlaten platteland. De oudjes blijven, maar de jeugd trekt weg. O ja, en de boeren blijven en zullen vast grootschaliger worden. 

Ik passeer Marnay, officieel halverwege doel en Maastricht. Een mooi stadje, eindelijk. 
Maar ook hier (nog) weinig recreatieve bezigheid. De camping toont op een groot bord : ‘snack ouvert toujours’. Dat betekent dat ik een cola kan krijgen en wegwerken tussen de klussende mannen. 
Dus is mijn hoop voor de koffie gevestigd op Saline Royal, de Unesco-site. Er zit 1 bar tegenover de ingang en die doen goede zaken. Dat wil zeggen: het zit er vol. Maar de ca. 60-jarige mevrouw, die als enige bedient, kan het totaal niet aan en dat zie je haar aan. Dat gecombineerd met haar kleding (zwart shirt met vrij veel kant en bloot en een geen-model zwart leren rokje) maakt dat ik niet boos kan worden, alleen een beetje verdrietig. Na een kwartier kan ik eindelijk mijn bestelling opgeven, bij de gratie Gods kan ik bij de koffie een soort kersenvlaai krijgen. Als ik die vooraf had gezien . . . 

Ik kan eten in het restaurant van het hotel en het smaakt goed. De mevrouw is uitermate vriendelijk, dat geldt ook voor de vele mannen die er rondlopen c.q. zitten. Maar ik zie er maar 1 werken, de mevrouw. En dat in een ambiance die bij ons in de jaren 70 al gedateerd was. En met een ‘receptie’ waar malle Pietje (in onze jonge jaren de vriend van Swiebertje) zich volledig in thuis zou voelen. En er is zowaar een prima Wi-Fi. Ik vind het niet gek, ik vind het wel ‘heel biezonder’.
Het is een interessante ervaring,

De cijfers:
Dag: 108km en 1.005 hm
Totaal: 970km en 8.545hm. 

Wordt vervolgd. 

vrijdag 11 mei 2018

La Saône

Tegen 8 uur hoor ik dat Pierre het ontbijt klaarzet. Dat blijkt nog een uitdaging, want Gaille doet normaal alles. Hij woont door de week bij Fontaineblau. 
Maar ik vind het prima, met een beetje help (heb je een bord, bestek). 
Ondertussen trekt de damp op en belooft het weer een stralende dag te worden. 

Daarna omkleden en inpakken. En uiteraard zijn fietsenverzameling bewonderen. 
Zijn trots zijn de oude Peugeot uit ‘70 van Gaille’s vader en zijn eigen Vagabond, een op maar gemaakt staken frame met Rohloff naaf. En ook nog net zo’n stuur als ik. 

Dan op weg, eerst nog door het heuvelland, via een route van Pierre. Erg mooi door de vallei van de Ourche. Daar zitten veel Nederlanders, oa. met camping Ecolonie. Vanaf de weg krijg ik een hippie-associatie. 
Ik kom langs de waterscheiding tussen Noordzee en Middellandse Zee. Dat is ook de bron van de Saône. 

De rest van de dag volg ik die rivier. Het landschap wordt fraaier, de dorpjes levendiger. De laatste 30km rijd ik vlak, meestal direct naast de rivier. Omdat ik 15:30 te vroeg vind en een lekker windje in de rug heb, rijd ik door bij de de fraaie camping in Scey-sur-Saône. Dan maar naar Soing; ook een mooi veld aan de rivier. Ik zoek een plak naast 3 campers. 
Als ik geïnstalleerd ben en wil gaan douchen, blijkt het gebouwtje dicht te zitten. Er zal zo wel iemand komen. 

En ja, een van de campers komt naar mij en de buren en vertelt dat de camping gesloten is tot 1-6. De logica van het grote open hek ontgaat me. 
Maar we kunnen blijven staan. Ja, voor campers niet zo’n punt. Maar ik heb in de buurt geen alternatief, dus was me buiten (in de zon) met koud water. En bomen zijn er ook genoeg. 
Gelukkig heb ik onderweg brood en een maaltijd ingeslagen. Snel een biertje scoren in het dorp en ik red me. 
Later komt er nog een (Frans) fietsersgezin. 

De cijfers:
Dag: 110 km en 755hm
Totaal: 860 km en 7.540hm


De dag van Pierre Maillard

het werd een vreemde rustdag, en het valt vast niet mee om dat een beetje goed weg te rikken.
Maar kort:
- ik ging aan het eind van de bui toch fietsen
- de camping die ik op het oog had (na 40 km) was fermee
- op weg naar een hotelletje (campings waren te ver)
- ik reed verkeerd
- ik kwam een wielrenner tegen
- uiteindelijk was ik te gast bij een Frans gezin ( douchen, eten, borrelen en ontbijten)

D7

Vannacht geen bliksem en regen, maar om 8 uur begint het zachtjes te regenen. Vermoedelijk tot de middag, dus niet voor niets in een hotel. En het is met 11C koud, dat ben ik niet meer gewend. 
Tot nu toe klopten mijn voorbereidingen, maar ik heb me niet goed ingesteld op ‘wachten’. Ik wil door!

Ondertussen zie ik dat Hugo weer thuis is; die was een week voor mijn vertrek op weg gegaan naar Skagen. Dat heeft ie snel gedaan. 

Mijn kamer mag ik gebruiken tot 11:30, met een beetje rekken vertrek ik tegen 12 voor een korte ‘tussen’etzappe van 45km. 
De plensregen die ik uit mijn raam ziet voelt anderzijds een beetje goed. Maar, ‘who will stop the rain’ neurie ik ondertussen. 

Bij het aankleden pak ik nu mijn reflectievest, dat door Harmien is getailleerd naar fietserspostuur. De afgelopen dagen heb ik vaak Harmien’s advies om goed rechts te rijden bewust opgevolgd (ik ben links georiënteerd). Ook al was dat op de meeste wegen overbodig. Mijn spiegeltjes is daarbij erg functioneel, je kunt beter anticiperen. 
Alleen bij landbouwverkeer moet je echt oppassen, wat een onbenullen zitten er op die tractoren. Daarentegen ervaar ik dat vrachtwagens juist erg goed rekening houden met een fietser. 
Zolang je rustig fietst valt het mee met de regen en de kou. In het westen zie ik de lucht lichter worden, maar de beweging is minimaal. 
Ik heb een ‘jour sans’ en het wordt dus kadaveren in een wandeletape. 
En geleidelijk aan wordt het droog en loopt de thermometer op naar 15. 
Ik fiets door een inmiddels bekend landschap (groen en heuvelachtig) naar de camping in Charmes. Wanneer ik over de brug de stad inrij valt het me op hoeveel campers op een rij langs het water staan en hoe dicht ze op elkaar staan. Privacy?

Eerst een warme bak thee en in een ‘salon de the’ krijg ik een pot + kersenvlaai. Ik heb de tijd, het is nog maar 3 uur. 
Rustig peddel in naar de camping, maar aan het begin van de weg staat een bord: ‘camping fermee’. En verderop is het aanwijsbord ook afgeplakt. Ai, wat nu?
De volgende camping is over 65km, dan maar een hotel over 35km. Daar ben ik dan ca. 17:15. Probeer ik daar wel een pizza te scoren. 

De volgende 30 gaan mechanisch, het moet. Even niet opletten in een afdaling en ik realiseer me dat ik teveel oostelijk rijdt. Gelukkig kan ik met een boog om de berg geen en zo verder de route weer oppakken. 
Jaloers kijk ik naar het gemak waarmee een tegemoetkomende wielrenner een klimmetje neemt. Die monstert mij en in m’n spiegel zie ik dat hij omkeert en achter mij aan komt. 
Na mijn antwoord op zijn vraag (in het Engels): van waar en waarheen? Vertelt hij dat hij al vele landen heeft doorkruist met een bijna identieke combinatie (Gele Ortlieb-tassen, een BOB aanhanger en een Rohloffnaaf). Hoogtepunt was de tocht van 13.000! Km in Zuid-Amerika. Waar ga je nu heen? Een hotel 5 - 10 km verder. Oh zegt ie, ik heb ruimte in mijn huis, rij maar mee. 
My name is Pierre, makkelijker dan Meep, maar hij leert snel. 
Do you like beer?
Do you like pizza?
Vanavond is de pizzaman in het dorp en is het dorpshuis open voor bier van de lokale brouwerij. 
We stoppen voor in het dorp bij een oud bedrijfsgebouw, binnen zijn wel 20-40 locals verzameld en is een heuse bar ingericht. 
Pierre bestelt 2 biertjes en we gaan buiten zitten op 2 verroeste stoelen in het looppad naar de schuur (toilettes). 
En we babbelen verder, bij werkt bij een comoany die de motoren van GE teat voor Boeing en Airbus. 
Nadat we ons biertje op hebben fietsen we nog 500m tot zijn huis, actually het huis van zijn vriendin Gaille. Die moet nog worden geïnformeerd, hoe weet ik niet maar ze begroet me hartelijk. 
Mijn fiets + BOB stallen we in zijn huis aan de overkant, daar is nog wat werk te doen, maar alle ruimte voor opslag van fietsen. 
Ik mag eerst douchen, Pierre gaat nog 1,5 uur fietsen voor zijn target (dit  jaar 18.000km). 
Daarna heb ik een uur om met Gaille, vooral in het Frans, te babbelen. 
Tegen 8 uur schuift Pierre ook aan met een collectie biertjes en is het wachten op de man van de pizzabus. 

Pizza met eigen salade en een heerlijke fles rosé, salade en koffie toe; zo luxe heb ik het nog niet gehad. 
Het huis is een oude school. Dat leidt tot een van de interessante verhalen. Toen Frankrijk in 1870 de oorlog van Duitsland verloor, was de koning Napoleon 3, er van overtuigd dat dat kwam doordat de Franse soldaten onvoldoende wisten. De sleutel was in zijn ogen onderwijs, dus zorgde hij dat er in ieder dorp een school kwam. 


Tegen 22:30 is het bedtijd, want Gaille moet er om 4:30 uit voor haar werk als postbode in Epinal.